Beschrijving
Praag is één van de oudste metropolen van Europa. De bijnaam “de Gouden Stad” heeft het te danken aan de goudkleurige koepels op de honderden torens die de stad rijk is.
Vanaf de hooggelegen, majestueuze burcht “Hradcany” heeft men een prachtig uitzicht op het oude stadsgedeelte. Men ziet de brede, traag stromende Moldau met de vele bruggen waaronder de Karelsbrug met zijn gotische bogen. In het centrum is het een wirwar van kleine straatjes. De tram is hier het ideale vervoermiddel waarbij men steeds schijnt uit te komen op het grote Wenceslasplein.
Hier is de invloed van het westen en de val van het ijzeren gordijn overduidelijk aanwezig in de vorm van schreeuwende lichtreclames en trendy winkels.
Ondanks deze invloeden en het massatoerisme heeft Praag haar authentieke sfeer voor het grootste deel weten te behouden.
Een van de vele andere namen van Praag is ‘De Stad van de Klokken’. Dit kan worden gehoord in heel het stuk, uitgebeeld door de buisklokken.
Het stuk bestaat uit drie bewegingen (langzaam-snel-langzaam) en werd geschreven in een rhapsodisch formaat.
In deze compositie geeft de componist de indrukken van een tweetal bezoeken aan Praag weer.
Het is meer een sfeerbeeld van de stad en zijn bewoners dan een beschrijving van de belangrijkste bezienswaardigheden.
Verplicht werk minirepertorium 2e divisie harmonie.