Beschrijving
De titel van dit werk, Febesa, heeft betrekking op de vier noten waarop het is gebaseerd: F (fa), E (mi), BES (sib), A (la). De samenklank van deze noten creëert aan het begin een mysterieuze, bevreemdende sfeer. Het werk wordt langzaam opgebouwd vanuit het lage koper, dat de thematische fakkel doorgeeft aan het hout, waarna een groots tutti volgt. In een tonaal en verfrissend allegro heeft het febesa-thema nu een meer harmonische functie. Na deze passage brengt de symmetrische vorm van het werk ons terug naar dezelfde mysterieuze sfeer van de opening, met solo’s voor euphonium, hobo en dwarsfluit.