Beschrijving
De compositie is gebaseerd op een uniek natuurspektakel aan de voet van de Dachstein. In de lente, wanneer de sneeuw bijna volledig gesmolten is, vallen de laatste sneeuwvlokken op de Dachstein in het eeuwige ijs van de gletsjer. Aan de voet van dit indrukwekkende gebergte heeft de zon de koele winterkou verdrongen en in het dal wordt het weer wat aangenamer van temperatuur. Zachtjes klinkt een voor deze streek zo typisch volksliedje (Jodler). Het smelten van de sneeuw op de Dachstein heeft uiteindelijk tot gevolg dat plotseling, op een metmos bedekte open plek water uit de bodem opborrelt, aanvankelijk sporadisch en langzaam, dan snel en aan een stuk door. Het tot voor kort nog zo rustige boslandschap verandert in een reusachtige bron en men zou bijna denken dat het water hier geboren wordt. Voor een tijdje heeft men de kans om dit wonderbaarlijk natuurverschijnsel te bekijken. Dan, even zo snel als de bronnen ontstaan zijn, drogen zij weer op en na enkele weken blijft alleen het vochtige mos op de bodem van het bos over. De rust keert terug in het woud en op de laatste tonen van het jodellied „Der Radlinger“ verdwijnt het water opnieuw in de aardbodem… tot het volgende jaar. Een wonder van de natuur!