Beschrijving
Jan van der Roost: Ostinati (Fanfare)
Het is misschien verrassend dat dit fanfarewerk is geschreven in opdracht van een Japans ensemble, aangezien fanfareorkesten vooral te vinden zijn in België, Nederland en Luxemburg, en ook wel in Frankrijk en Zwitserland. Senzoku Gakuen is een van de grootste en meest prestigieuze muziekopleidingen van Japan, en de thuisbasis van een grote verscheidenheid van ensembles en orkesten. In 2006 is er een fanfareorkest opgericht, en wel door Sotaru Fukaishi, een euphoniumdocent die vond dat er meer mogelijkheden moesten komen voor optredens met saxhoorninstrumenten. Fukaishi had enkele jaren daarvoor genoten van de fanfareklank toen hij het Wereld Muziek Concours in Kerkrade bezocht. De Belgische componist Jan van der Roost was van het begin af aan betrokken bij dit nieuwe initiatief, en ook Manu Mellaerts werd voor een aantal projecten aangetrokken. Het hoofd van de muziekfaculteit, professor Kazuo Tomioka, staat geheel achter het ensemble en gaf de opdracht tot het schrijven van Ostinati. De première vond plaats op 11 juni in de Maeda Hall in Mizonokuchi (Kawasaki), waar Senzoku Gakuen is gevestigd. Het werk begint met een indrukwekkende paukensolo, gevolgd door koper en saxofoon. De ritmische puls blijft constant, en de aard van de muziek is vurig en krachtig. Geleidelijk komt er een pentatonische melodie naar voren en wordt de muziek minder heftig; ze wordt zachter van karakter. De aanvankelijke ostinati in het slagwerk verschijnen dan opnieuw, waarna het eerste deel van het werk eindigt in dezelfde sfeer als waarmee het begon. Het tweede deel is lieflijk en melodisch. Het opent met een lange passage voor de saxofoons in een mineurtoonsoort. Dan klinkt hetzelfde thema in majeur en daar wordt op voortgeborduurd: de muziek ontwikkelt zich tot een majestueus orkestraal forte, dat qua sonoriteit doet denken aan een pijporgel. Het thema keert vervolgens terug in de oorspronkelijke mineurtoonsoort, met een wisseling van instrumentatie die het deel naar een rustig slot leidt op een E-mineurakkoord. De finale begint met slagwerk: een viermatenpatroon wordt een aantal keren herhaald, en hierover worden de melodische thema’s van dit laatste deel geïntroduceerd. Deze melodische elementen worden gevarieerd en uiteengezet in verschillende versies, en het ostinato-idee, dat het hele werk kenmerkt, neemt een prominente plaats in. Het thema verplaatst zich door het orkest heen en is te horen op diverse instrumenten en in verschillende registers. Het trekt de aandacht van de luisteraar en etaleert het volledige bereik van de klank en klankkleur binnen het fanfareorkest.
Uitgever: De Haske Publications – Uitgeversnummer: DHP 1115084-020