Beschrijving
Vermits de meeste bands die aan het jaarlijkse NBK(Nederlandse Brass Band Kampioenschappen) deelnemen veel jonge muzikanten in hun rangen hebben, is dit werk overwegend jeugdig van karakter – vooral in de hoekdelen. Een arpeggio-figuur vormt de basis van het hoofdthema en het verschijnt in alle registers. Een tweede muzikaal gegeven dialogeert met die hoofdmelodie: samen stofferen ze de openingssectie van het werk. Dan volgt een koraalmatig middendeel: stapsgewijs worden korte en nadien steeds langere melodische fragmenten aan elkaar geregen tot de koraal in haar volle pracht integraal weerklinkt aan maat 205. Echte solopassages komen niet voor in dit werk, maar via diverse kleine kamermuziek-combinaties wordt aan diverse musici de mogelijkheid geboden hun muzikale kwaliteiten te etaleren. In de laatste beweging worden een aantal muzikale bouwstenen van het begindeel hernomen en verder uitgewerkt om dan te besluiten in een majestueus slot.