Beschrijving
Aan dit symfonische gedicht liggen drie motieven ten grondslag: een dynamisch stuwend allegro dat staat voor de levenslust en vrolijkheid van de inwoners van de Duitse stad Endingen (die de opdracht voor deze compositie gaf), een breed, lyrisch motief dat de rust en weidsheid van de natuur in het Zwarte Woud weergeeft en een uitgebreide passage met veel uitbarstingen, die de vulkaan verklanken die deze wijnstreek zijn vruchtbare bodem heeft gegeven. Een grootse, feestelijke finale voert het werk uiteindelijk naar zijn slot.